
Het is een lome zomeravond. Mijn dochter en ik lopen langs de sloot met Bindi, onze hond. “Hé mam, er zit een zwarte kat in die boom…?” Vanmorgen had ik die kat er ook al gezien. Blijkbaar kan het arme dier niet meer uit de boom komen. Met haar oude oogjes kijkt ze me aan en mauwt.
“Kom, we halen even een ladder, dan helpen we haar eruit. We laten dat arme dier niet de hele nacht zitten.” “Mam, een zwarte kat én een ladder op vrijdag de dertiende – dat is de goden verzoeken!” zegt mijn dochter lachend.
Ze laat haar tanden zien
We rennen naar huis en halen de ladder. Ik zet hem tegen de boom, dochterlief houdt hem stevig vast. Ik klim omhoog, maar kan er niet bij, zelfs niet als ik op de bovenste tree ga staan en me echt helemaal uitrek… De ladder is net te kort om de kat kordaat te pakken. En die is trouwens ook niet van plan om enigszins mee te werken. Ze begint te blazen en laat haar tanden zien. Met een beetje lef en een wilde greep kan ik er misschien net bij, maar ja… Als je al eens flink gebeten bent – en dat ben ik – dan doe je dat niet zomaar.
Een vliegensvlugge beslissing
Het wordt inmiddels echt donker, maar ik durf de kat niet te pakken. Met een lange stok test ik haar reactie. De stok krijgt een flinke pets, de kat wordt woest. Dan neem ik een vliegensvlugge beslissing. Als ik nu twijfel, klimt ze hoger de boom in, en dan kan ik niets meer doen.
Met de tak geef ik de kat een flinke zet tegen haar oude kontje. Ze doet precies wat ze moet doen: ze zet haar klauwen in de stam en zakt een halve meter omlaag. Dit geeft haar net genoeg vertrouwen om verder te gaan. In een mum van tijd heeft ze zich omgedraaid, springt naar beneden en vlucht langs de slootkant weg.
En ik…
En ik… Ik klim weer naar beneden. Behoedzaam kijken mijn dochter en ik om ons heen… Welk onheil hangt ons boven het hoofd… “Zullen we nog even onder de ladder doorlopen mam?” Gierend van het lachen lopen we weer naar huis.
ahhh lieff❤
LikeLike