Lief toeval!

Het rietgorsje – vlak voor de ontmoeting met de vreemde vogel

Die zondag ging ik alleen op pad; de vogels ontmoeten, de wind voelen, de kou van het vroege voorjaar opsnuiven. T-shirt met lange mouwen aan, mijn oude oranje vest erover, regenjas aan, muts op en handschoenen mee. Rond een uur of twaalf bagger ik een natuurpaadje op bij Tienhoven.

Een snor en baltsende buizerds

De miezer blijft uit. Wel staat er een gure wind, maar die heb ik heerlijk in de rug. Al aan het begin van het pad wijst een vogelaar me op het geluid van een voor mij onbekend vogeltje – een langgerekt ‘prrrrrrrrrrrrrrrt’. Het is het geluid van een snor, die ik die dag alleen hoor maar niet zie. Met de verrekijker speur ik het riet af, hoog erboven vliegen twee buizerds: baltsende buizerds. Geluksgevoel.

Zonder haast stap ik na een poos rechtsaf een lang pad op, dwars door de weilanden. Het Bert Bospad staat er op een bordje. Daar zie ik de pinksterbloemen en ook de prachtige gele dotters. Ik speur de slootkantjes af naar de eerste watermunt. Onder het wateroppervlak vind ik wat. Op een bankje eet ik koude pizza van de dag ervoor met warme watermuntthee.

Vreemde vogel

Aan het eind van het pad zit op de top van een rietstengel een vogeltje. Ik tuur door de kijker, het is een rietgorsje. ‘Ja, er zitten hier veel vreemde vogels hè?’, hoor ik achter me. Ik kijk om in vrolijke ogen en zie een brede lach. Een man hupst van zijn ene been op zijn andere, hij draagt een broek met een groene en een gele pijp, een knalblauw vest en een groen gestreepte muts. ‘Ja dat kun je wel zeggen,’ reageer ik droogjes. ‘Ik was aan het werk, ik móést naar buiten; energie eruit gooien, een beetje sporten.’

We raken aan de praat over de natuur, over de vogels, over zonnepanelen, over zijn werk, over mijn werk. ‘Nou ik moet een beetje lopen, ik krijg het koud,’ zeg ik na een poosje. ‘Ik ook, ik ben Roy trouwens. Kom eens koffie drinken als je in de buurt bent. Bel maar aan bij het witte huis met de rode bus.’  ‘Oké, maar waar woon je dan? Er is hier niks, geen weg en ook geen huis. We staan in de middle of nowhere!’ ‘Oh, over tien minuutjes ben je aan het eind van het pad bij de weg, daar ga je naar rechts en dan is het honderd meter verderop aan de linkerkant.’

Het witte huis met de rode bus

Het klopt precies, even later sta ik op de weg en aan de linkerkant is het witte huis met de rode bus. Ik wandel op mijn gemak door naar Tienhoven, waar mijn auto staat. Daar aangekomen gooi ik mijn rugzak achterin, doe mijn regenjas en wandelschoenen uit en stap in.

Tot mijn verbazing rij ik terug richting Westbroek. Tja, ik ben nu in de buurt, toch? Mijn hart klopt als ik even later zijn erf op draai en naast de rode bus parkeer. Met klotsende oksels loop ik de twintig meter naar zijn voordeur. Zijn groene muts ligt in de vensterbank en er komt damp uit de schoorsteen. Ik bel aan, en nog eens. Ik hoor de bel niet. Ik gluur voorzichtig door het raam van de huiskamer – niemand.

De deurbel doet het niet

Ik bel nog eens aan. Nee, de bel doet het echt niet… Daar sta ik dan voor de deur van een wildvreemde. Ik draai me om, loop – nee, ren! – terug naar de auto. Het duurt minstens een kwartier voor mijn hartslag weer normaal is. Blijkbaar was de koffie niet voorbestemd.

Hij spookt door mijn hoofd, die Roy. Roy X met zijn kleurige energie. Op dinsdag pak ik een kaart met zonnebloemen en schrijf:  Ik was in de buurt afgelopen zondag. Bel ik aan, doet je deurbel het niet! Bij mij doet die het ook niet, maar ja daar hangt er een briefje bij – de bel doet het niet klop op het raam, klepper de brievenbus… Ik onderteken de kaart alleen met mijn voornaam. Even voor vijven, net voor de buslichting, duw ik de kaart in de brievenbus.

Herkansing?!

Woensdagavond, ik zit heerlijk met een boek bij de kachel: pling – het geluid van een e-mail. Ik pak mijn mobiel en kijk. Het is een mail van Roy X in mijn ‘denatuurinmetkelly’-account. Hij heeft me gevonden! Hij schrijft: Hier mijn digitale deurbel: 06-…… 🙂 herkansing?

Een week later drinken we, na een rondje skaten, samen onze eerste koffie. We zitten aan de waterkant met een heerlijk voorjaarszonnetje erbij. ‘Wat een toeval,’ zegt Roy, ‘dat jij daar op dat pad was toen ik ging sporten.’ ‘Ik geloof niet in toeval, hoor,’ zeg ik. Roy lacht: ‘Lief toeval, dat ben jij!’

Vreemde vogel en lief toeval samen op de foto!

6 gedachten over “Lief toeval!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s