
Tweede pinksterdag is het lekker buitenweer. Ik ben een beetje aan het stoeien in de tuin met Roy, mijn vriend. We deden allebei aan judo vroeger, en trekken en sjorren aan elkaar. Ineens hoor ik KNAP! Ik voel een steek in mijn knie en val op de grond. Als ik stoer opsta en een stap wil zetten, word ik misselijk en zak weer in het gras.
Het is goed mis
Meteen weet ik dat het goed mis is, en Emile – mijn fysiotherapeut – bevestigt dat. Hij komt ervoor aan huis en heeft alvast een set krukken bij zich. ‘Je hebt je kruisband gescheurd, meis, en misschien ook nog je mediale band.’ Ik kan en mag niet lopen zonder krukken en moet mijn been gestrekt houden. Een week later in het ziekenhuis is hij erbij als de orthopeed de diagnose bevestigt. Gelukkig is mijn mediale band nog heel. Ik zal de komende tijd moeten ervaren hoe het is om een kruisband te missen. Als ik na verloop van tijd alles weer kan dan is een operatie niet nodig.
Stilstaan
Van het ene op het andere moment ben ik compleet afhankelijk: ik kan nog geen kop koffie naar de andere kant van de kamer dragen want in elke hand heb ik een kruk. Ik mag (en kan) niet fietsen, niet autorijden. Boodschappen doen? Vergeet het maar! Ik ben letterlijk stilgezet.
En dan is iedereen er ineens
Mijn vriendin Esther staat daags na het gebeurde met een lunch voor m’n neus en stofzuigt meteen de huiskamer. Rita doet een week later precies hetzelfde en neemt boodschappen mee. Buren en vrienden brengen me van hot naar her: naar fysiotherapie, kantoor, het ziekenhuis; naar de muziekrepetities zodat ik toch cello kan spelen. En zodra het kan, mag ik bij de overburen op de hometrainer: ‘Zelfs drie keer per dag hoor, als dat nodig is!’ verzekert Marja me. Mijn vriendin Tamara vraagt steeds: ‘Wanneer staat je volgende afspraak bij de fysiotherapie? Dan noteer ik het!’
De natuur komt naar Kelly
Mijn collega’s en vrienden sturen bloemen want Kelly kan even niet naar de natuur, dus de natuur komt naar Kelly – schrijven ze.
Mijn brein begrijpt het niet
In de maanden die volgen, blijft mijn knie wiebelig en bij buigen is er steeds die zeurende pijn. De orthopeed stelt vast dat er te veel speling is in het gewricht en adviseert een operatie. Bijna vier maanden na mijn val is het zover. Tijdens de operatie blijkt dat ook m’n meniscus stuk is. Gelukkig kan die gehecht worden, maar het betekent opnieuw acht weken lopen met krukken…
En ja hoor, daar is iedereen weer! – om me te helpen, te steunen, op te peppen. Het herstel begint opnieuw en dit keer vanaf een absoluut nulpunt. Ik moet weer leren mijn been op te tillen, te buigen, te strekken en dat is een gekke ervaring! Mijn brein begrijpt het niet, mijn spieren doen niet wat ze horen te doen. Roy zit naast me als ik door de misselijkheid en de pijn heen mijn oefeningen doe en de tranen over mijn wangen rollen.
De natuur in mét Kelly
Meer dan eens nemen mijn vrienden me mee de natuur in. Met krukken en al word ik in een auto geschoven, potje koffie en een paar broodjes mee en dan ben ik zo maar een hele middag in de Groene Jonker. Daar zie ik ook nog eens voor het eerst een heuse blauwborst. Zittend op de top van een rietstengel zingt en fluit hij op zijn mooist. Wat een geluk!
En dan die keer dat Roy en ik bij zonsondergang op de steiger zitten met ons avondeten en een wijntje erbij – mijn benen bungelend boven het water, de ganzen en de eenden gakkend om ons heen…
Vier maanden na de operatie
Eerst wandelde ik kleine rondjes om het huis met Muffin, mijn kat. Daarop volgden grotere wandelingen door het park en al gauw ook in het bos. En toen het eenmaal kon, stapte ik op de geleende sportfiets en nu fiets ik al hele einden door het bos en de hei. Ik wist niet dat fietsen zo leuk kan zijn! Inmiddels is de operatie vier maanden geleden. Hardlopen is nog uit den boze en mocht het gaan vriezen… dan staat iedereen op het ijs, maar ik nog even niet.
Dankjewel!
Dankjewel! Jij die me zomaar een lief berichtje stuurde, een bos bloemen bracht of de boodschappen voor me binnenzette… Jij die me even meenam het bos in voor een wandeling… Jij die me haalde en bracht, waarheen dan ook, en jij die mijn cello voor me de trappen op en af sleepte… Dankjewel dat je kwam, me omarmde, er voor me was op welke manier dan ook!
